|
||||||||
|
Starship begint eind jaren '60 als Jefferson Airplane. In 1974 verandert de band haar naam in Jefferson Starship en weer tien jaar later in kortweg Starship. Deze rockband uit San Francisco, wilde een wijziging in hun muzikale richting, het daarmee samenhangende verlies van bandleden, en een gerechtelijke schikking, leidden naar een naamsverandering. Het album uit 1985, "Knee Deep in the Hoopla", werd platina bij de RIAA. De opvolger, "No Protection", uit 1987, haalde goud. Na een kleine onderbreking in de vroege jaren negentig, werd de band nieuw leven ingeblazen. Na het bedrijfsongeval met Jefferson Airplane en na hun soloavonturen besluiten Kantner en Slick een nieuwe groep op te richten: Jefferson Starship, naar de verzamelnaam voor de muzikanten die meespelen op hun eerste duoplaat uit '70, "Blows Against The Empire". Ook Marty Balin (oprichter van Airplane) wordt benaderd en op het eerste Starship-album, "Dragonfly" zal Balins enige bijdrage de beste song zijn, "Caroline". Als parttimer doet hij mee, maar treedt in januari '75 definitief tot de groep toe. "Dragonfly" wordt tot ieders verrassing goud, doch Red Octopus overtreft alle verwachtingen en komt in één jaar tijds ('75-'76) driemaal op de eerste plaats van de Amerikaanse LP Top 100. Balins "Miracles" bereikt de hitstatus en de groep staat plotseling weer in het middelpunt van de belangstelling. "Spitfire", zonder Papa John Creach, is veel minder, doordat de succesformule van Red Octopus klakkeloos overgenomen is en weinig progressief lijkt. Om het wachten op "Earth" wat te bekorten brengt Rca de dubbelcompilatie "Flight Log 1966-1976" uit, die de carrière van zowel Airplane als Starship bestrijkt. Maar met "Earth" lijkt de Starship voorlopig afgedaan. De groep mist de inspiratie om opnieuw tot grote hoogte te stijgen. Na veel geharrewar en een volledig chaotische Europese tournee verlaten Balin en Slick de groep. Op "Freedom At Point Zero", zonder Slick, is Johnny Barbata vervangen door Aynsley Dunbar. Grace Slick keert tijdelijk weer terug, maar start dan een solocarrière. "Manhole" is reeds gemaakt in de overgang van Airplane naar Starship, "Dreams" en "Welcome To The Wrecking Ball" zijn de vruchten van de solovlucht. Op "Modern Times" zingt Slick een duet met de nieuwe Starship man, MickeyThomas, het nummer "Stranger". Aan haar haat/liefdesverhouding met de groep lijkt geen einde te komen. Intussen is de Starship in de Verenigde Staten nog altijd populair. De LP's verkopen gestaag, met hun gecultiveerde vorm van gitaarrock. Na een ziekte van Paul Kantner verschijnt eind '82 "Winds Of Change". Ook deze LP illustreert dat men vanaf "Freedom At Point Zero" nog maar weinig meer toevoegt aan de magere composities dan voorspelbare toetsenbijdragen en dito gitaargebrul, inclusief de altijd honkvaste vocalen. Wanneer "Nuclear Furniture", met opnieuw Grace Slick in de cockpit en Donny Baldwin in plaats van Aynsley Dunbar achter de drums, zelfs in de Verenigde Staten flopt, lijkt Jefferson Starship in de zomer van '85 voorgoed neer te storten. Toch vindt er in de herfst met Grace Slick en Mickey Thomas een wederopstanding plaats in de vorm van "Knee Deep In The Hoopla". Vanaf dit album gaat de groep als Starship door het leven. "Knee Deep in the Hoopla" , bevatte twee singles die nummer één werden op de Amerikaanse Billboard Hot 100 chart. De eerste was "We Built This City ", geschreven door Bernie Taupin , Martin Page , Dennis Lambert en Peter Wolf en werd ontwikkeld door Grammy-winnende producer Bill Bottrell en gearrangeerd door Bottrell en Jasun Martz. De tweede was "Sara ". Het album zelf bereikte nummer 7, werd platina en bracht nog twee singles voort:"Tomorrow Doesn't Matter Tonight "en "Before I Go". De band had geen nummer één hit sinds de vorige incarnatie Jefferson Starship Red Octopus in 1975 uitbracht . Hun vervolgalbum, "No Protection", uitgebracht in 1987, was gecertificeerd goud en bevatte de derde nummer één single van de band, " Nothing's Gonna Stop Us Now ". Andere singles uit deze plaat waren "It's Not Over ('Til It's Over)" en "Beat Patrol". Het laatste nummer op het album, "Set the Night to Music", zou later een hit worden in 1991, opnieuw opgenomen als duet door Roberta Flack en Maxi Priest . Slick verliet Starship in februari 1988 en ging in 1989 naar het hervormde Jefferson Airplane voor een album en een tournee, voordat zij zich terugtrok uit de muziek. Met Thomas de enige leadzanger, nam de vernieuwde line-up "Love Among the Cannibals" (1989)op. Het nummer "It's Not Enough" piekte op nummer 12 in de Billboard Hot 100-hitlijst. "Wild Again" (dat nummer 73 bereikte op de Billboard singles chart) werd ook gebruikt in de film Cocktail . De band ging weer op tournee om het album te ondersteunen; het rekruteren van achtergrondzangeressen Christina Marie Saxton en Melisa Kary om het gat te vullen dat is ontstaan door het vertrek van Slick. Op 24 september 1989, terwijl de band in Scranton, Pennsylvania was voor een show, kwamen Baldwin en Thomas in een gewelddadige ruzie terecht waarbij Thomas ernstig gewond raakte en een gezichtschirurgie nodig had., en drie titanium platen geïmplanteerd in zijn schedel. Baldwin nam onmiddellijk daarna ontslag uit de band. De rest van de tour werd uitgesteld totdat Thomas hersteld was en weer kon touren. Nadat Thomas goed genoeg was om te toeren, ging de band door met toeren ter ondersteuning van "Cannibals". Kenny Stavropoulos werd aangeworven om de nieuwe drummer van de band te worden. Thomas schrijft het relatieve gebrek aan commercieel succes van het laatste album onder meer toe aan de onderbreking van de tour. "Cannibals" blijft zijn persoonlijke favoriete Starship-album. Begin 1992 bracht Thomas Starship nieuw leven in als "Mickey Thomas 'Starship" voordat hij de naam veranderde in Starship met Mickey Thomas , die sindsdien gestaag toerde. Hoewel Thomas werd aangevuld met een grotendeels nieuwe cast van artiesten, keerde bassist Brett Bloomfield toch enkele jaren terug naar de groep. Melisa Kary en Christina Marie Saxton, die allebei met de groep hadden opgetreden als achtergrondzangeressen op tournee van 1989 tot 1990, hadden nu ook plaats als volledige bandleden in Starship met Mickey Thomas. Darrell Verdusco, voorheen van KBC Band, is sinds 1995 drummer. Toetsenist Phil Bennett trad ook toe in 1995 en Jeff Adams kwam in 2000 aan boord op bas. In 2003 bracht Starship met Mickey Thomas een dvd-documentaire uit Starship: Greatest & Latest . Het album bij deze release bevatte heropnames van Starship met Mickey Thomas van enkele van de grootste hits van Starship, nummers oorspronkelijk uit de periode van Thomas 'ambtsperiode in Jefferson Starship, evenals "Fooled Around and Fell in Love"', dat Thomas zong in 1976 bij de Elvin Bishop Group. Zangeres Stephanie Calvert kwam in 2006 bij de band. Een live-album, "Layin 'it on the Line Live in Las Vegas", werd uitgebracht in 2007. Starship's laatste album "Loveless Fascination" , geproduceerd door Jeff Pilson van Foreigner, werd uitgebracht op 17 september 2013. "It's Not the Same As Love", werd uit deze plaat uitgebracht als single en staat niet op het pas verschenen album "Greatest Hits Relaunched", een album dat uitgebracht is onder het label Purple Pyramid. Deze plaat is een verzamelaar en laat nog maar eens horen hoe bijzonder de muziek van Starship is, laat horen hoe muziek vol passie en plezier kan worden vertolkt. Met het beluisteren van de songs stort je u volledig in het verleden met deze typische jaren '80 rockhitmakers. Deze stijlvolle collectie van heruitgebrachte 16 hits bevat o.a "We Built This City", "Nothing's Gonna Stop Us Now", "Sara", "It's Not Over ('Til It's Over)" en als eerste bonus track horen we Starship frontman Mickey Thomas's krachtige vertolking van "Don't Stop Believin'". In alle opzichten een geslaagde missie dus dit "Greatest Hits Relaunched"-album.
TRACKLIST
|